Internationaal privaatrecht

Internationaal privaatrecht

De privaatrechtelijke betrekkingen van de bij het rechtsleven betrokken partijen reiken vaak verder dan dat van één rechtsstelsel (een Nederlander heeft bijvoorbeeld een testament gemaakt in Duitsland en overlijdt in Frankrijk, of een Duitser koopt bloembollen in Nederland). Hier beslissen de normen van het zogenaamde IPR welk recht moet worden toegepast voor de regeling en beslissing in het individuele geval, tenzij internationale verdragen en overeenkomsten voorrang hebben. Dit is met name interessant bij vragen over erfrecht en familierecht, evenals de ten uitvoerlegging van buitenlandse vonnissen.

IPR en Duits recht

De Duitse IPR wordt soms toegepast bij Duitse rechtbanken onder inachtneming van het Duitse procesrecht. Overigens dienen de fundamentele waarden van de staat en de samenleving in Duitsland te allen tijde te worden beschermd. Hierom bepaalt de wet dat een rechtsnorm van een andere staat niet mag worden toegepast indien de toepassing ervan in Duitsland leidt tot een resultaat dat onverenigbaar is met de basisbeginselen van het Duitse recht. De grondrechten dienen hierbij als belangrijkste maatstaf. Dit noemen juristen het ‘ordre public’.

Buitenlands recht

Waarom de beslissing over juridische kwesties in zaken waarbij het buitenland betrokken is niet zonder ‘verwijzing’ naar (eventueel) buitenlands recht kan worden genomen? Omdat er globaal simpelweg te veel verschillende rechtsstelsels zijn. Zodoende moet men genoegen nemen met een abstracte bepaling die aangeeft welk rechtsstelsel van toepassing is op de internationale elementen van een zaak. En de andere staten doen in principe hetzelfde. Het Duitse IPR streeft er echter altijd naar ‘normconflicten’ zoveel mogelijk te voorkomen.